dinsdag 17 april 2012

Rotterdam laat ‘goud’ aan zijn neus voorbijgaan


FNV Lokaal Rotterdam heeft een analyse gemaakt van de uitkomst voor Rotterdam. Daaruit blijkt dat Rotterdam makkelijk én zonder grote kosten een beter Sociaal Beleid had kunnen voeren in de achterliggende twee jaren als ze wat beter naar de adviezen van FNV Lokaal Rotterdam had geluisterd. Uiteindelijk had Rotterdam op de tweede plaats kunnen eindigen en als ze ook iets hadden gedaan met de bekendheid van de langdurigheidstoeslag zelfs op de 1e plaats.
Hoogst te halen score 100 punten.           Gemiddelde score 39,5 punten.

Rotterdam scoort ‘slechter dan’                24 % van de deelnemende gemeenten,
Rotterdam scoort ‘gelijk aan’                      17 % van de deelnemende gemeenten en
Rotterdam scoort ‘beter dan’                     59 % van de deelnemende gemeenten.

Uitlag van de Lokale Monitor Werk, Inkomen & Zorg (in punten).
1e plaats met 75 punten:               Heerlen                                                                                  Goud               
2e plaats met 70 punten:               Bellingwoude, Heemskerk, Pekela, Veendam.                                    Zilver
3e plaats met 65 punten:               Apeldoorn, Doetinchem, Maastricht, Oldambt, St. Michelsgestel, Smallingerland, Westvoorne, Woerden, Zoetermeer.                                                     Brons
4e plaats met 60 punten:               Den Bosch, Arnhem, Eindhoven, Huizen, Leeuwarden (!), Marum, Menterwolde, Montfoort, Nuenen c.a., Nuth, Oudewater, Tynaarlo, Veghel, Vlagtwedde.
5e plaats met 55 punten:               Doesburg, Heusden, Hillegom, Lisse, Meppel, Nederweert, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oss, Steenbergen, Terlingen, Tytsjerksteradiel, Zandvoort.
6e plaats met 50 punten:               Almelo, Amersfoort, Heerhugowaard, Heiloo, Leek.
7e plaats met 45 punten:               Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Utrecht (G-4), en ook nog
Aa en Hunze, Aalten, Alblasserdam, Alkmaar, Amstelveen, Baarn, Beemster, Delft, Dordrecht, Enkhuizen, Etten-Leur, H.I. Ambacht, Hengelo, Hoogeveen, Kerkrade, Langedijk, Oude IJsselstreek, Papendrecht, Roermond, Simpelveld, St. Oedenrode, Sliedrecht, Veldhoven, Velsen, Vlaardingen, Werkendam, Zwijndrecht, Zwolle.




Hoe Rotterdam ‘beter’ had kunnen presteren op Sociaal Beleid.
Rotterdam heeft het, zoals FNV Lokaal Rotterdam wel had verwacht, slechter gedaan dan 2 jaar geleden.  Toch had Rotterdam, soms met een weinig meer inspanning “en tegen niet-significant hogere kosten, een hogere score kunnen halen. Jammer, vooral voor minder bedeelde inwoners.

Indicator 1.         Duurzame uitstroom.
FNV Lokaal Rotterdam heeft eerder, op kracht van argumenten, aangedrongen op het langer volgen van uit de WWB gestroomde inwoners. Had Rotterdam dit advies opgevolgd dan was 5 punten extra gescoord. En hoeveel kan het kosten om een klantmanager (een keer extra) te laten bellen ???

Indicator 4.         Beleid niet-melders.
Rotterdam registreert alle schoolverlaters en weet dus ook of er een diploma of certificaat is behaald.
1 keer nabellen per ‘niet gemelde jongere’ had 5 punten extra opgeleverd. En is het niet beter te voorkomen dan te genezen, nietwaar.
FNV Lokaal Rotterdam vraagt zich in redelijkheid af hoeveel 1 telefoontje eigenlijk kost. En wat de maatschappelijke kosten zijn wanneer een jongere niet tot de reguliere arbeidsmarkt toetreedt (denk aan rondhangen, drugsrunnen, zwartwerken, etc).

Indicator 5.         Wachttijd aanvraag WWB-uitkering.
Hoeveel kost het eigenlijk als de WWB-uitkering binnen 4 werkweken na aanvraag wordt toegewezen als we allemaal ook weten dat bij achteraf geconstateerde onrechtmatigheid alsnog terugvordering plaats kan vinden. Iets sneller besluiten een beschikking af te geven resulteert dus in 5 punten extra.
FNV Lokaal Rotterdam is eigenlijk van mening dat de gemeente Rotterdam hier 10 punten aftrek had moeten krijgen vanwege het ‘4 weken terugzendbeleid’; een bijstandsaanvrager moet eerst  maar eens ‘aantonen’ dat hij/zij zich ‘voldoende’ heeft ingezet om zelf een baan te vinden voordat tot in behandeling neming van de aanvraag wordt overgegaan.
En hoeveel maatschappelijke onrust en ‘naamschade’ levert dit hartvochtig beleid op ?

Indicator 6.         Langdurigheidstoeslag.
Al jaren dringt FNV Lokaal Rotterdam er bij de gemeente op aan ook anderen dan WWB-gerechtigden te informeren over de langdurigheidstoeslag. Immers, alle behoeftige burgers zijn ons even lief! Of zijn deze ‘anderen’ (denk aan werkende armen, kleine zelfstandigen, AOW-ers, etc.) in de ogen van het College soms ‘mindere’ burgers dan de uitkeringsgerechtigden??

Indicator 7.         Versnelde bijz. bijstand.
Als de gemeente Rotterdam alleen maar de eerdere adviezen van FNV Lokaal Rotterdam had opgevolgd om ‘in specifieke gevallen’ - bijv. bij herinrichtingskosten bij moeders met kinderen - iets eerder een ‘voorlopige’ beschikking van bijz. bijstand af te geven dan had deze indicator 5 punten extra opgeleverd.
Daarom opnieuw de vraag: hoeveel geld het kost om eerder, adequater, meer ‘Rotterdams’ (meer in de trant van ‘niet lullen maar poetsen’ dus) te beslissen.

Indicator 9.         Goed werkgeverschap.
Uit indicator 8 en 10 blijkt dat de gemeente kiest voor kwaliteitscriteria bij de aanbesteding (Zeeuwse model en dus ’hogere’ uurtarief) en ondersteuning van mantelzorgers. Waarom dan niet ook beleidsmatig geopteerd voor ‘keuze 4: ‘……. functieomschrijvingen (hanteren) die een directe vertaling zijn van de kwaliteitseisen uit het kwaliteitsdocument’. De kosten hiervan komen immers voor rekening en verantwoording van de ‘opdrachtnemer’. Is de gemeente nou zo ‘kortzichtig’ bezig met bezuinigen of heeft de invuller van de enquête hier ‘een foutje’ gemaakt (in dat geval past een ‘Oeps!!’).
Zonder foutje of kortzichtigheid had Rotterdam hier 5 punten extra kunnen scoren.
Samenvattend betekent dit – in de ogen van FNV Lokaal Rotterdam - dat de gemeente Rotterdam met ietwat meer beleidsmatige en dus ambtelijke inspanning en tegen zeer geringe kosten’ in totaal 25 punten extra had kunnen scoren en dan dus ex-aequo tweede had gestaan, samen met niet onbelangrijke Nederlandse gemeenten als Bellingwoude, Heemskerk, Pekela & Veendam.
En wanneer de ‘mogelijkheid van langdurigheidstoeslag’ ook aan de ‘mindere’ burgers was doorverteld dan had de gemeente Rotterdam, zij het met meer kosten maar wel met een grotere rechtsgelijkheid, bovenaan gestaan, samen met Heerlen.
En zelfs Leeuwarden scoort ‘rjocht en slocht’ in afwezigheid van haar oud-wethouder Florfijn 10 punten beter en daarmee weliswaar geen eremetaal, maar toch een eervolle vermelding.

Voorwaar rankingen die beter recht doen aan het vroegere imago van Rotterdam: een ‘stevige, maar rechtvaardige stad’.




Geen opmerkingen: