woensdag 4 juli 2012

Vervolg op Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg

Naar aanleiding van de op 17 april 2012 gepresenteerde Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg, heeft FNV Lokaal Rotterdam een analyse gemaakt van de situatie in Rotterdam. De fracties in de Gemeenteraad hebben de mogelijkheid deze analyse in de raadsvergadering van de Kaderbrief op donderdag 5 juli mee te nemen. Aan de hand van de analyse van FNV Lokaal Rotterdam zijn een aantal vragenlijsten opgesteld die aan de raadsfracties ter invulling zijn aangeboden. Na het zomerreces zal FNV Lokaal Rotterdam aan de hand van de ingevulde vragenlijsten een nieuwe analyse maken.

woensdag 2 mei 2012

Impressie Beelden 1 Mei 2012

Radio Rijnmond interview
Plaquete Henk Spiekman
Wethouder Jantien Kriens en Kim Putters (Local Burgemeester en vice-voorzitter PvdA-fractie Eerste Kamer)
Pieter Visser (Woordvoerder Sociale Zekerheid FNV Lokaal Rotterdam)
Rob de Werd (Interim Voorzitter PvdA afdeling Rotterdam)
Rob de Werd en Pax Kroon (Onthulling plaquette)
Wethouder Kriens en omstanders
Kim Putters (Vice-voorzitter PvdA-fractie Eerste Kamer)
Ahmed Aboutaleb (Burgemeester Rotterdam)
Ahmed Aboutaleb (Burgemeester Rotterdam)
Afsluiting door Leo Hartveld (Lid Bondsbestuur Vakcentrale FNV)
Afsluiting door Leo Hartveld (Lid Bondsbestuur Vakcentrale FNV)
Kranslegging
Strijdkoor Ondersteboven
Omstanders
Kransen na legging; de linkse krans van vc FNV en FNV Lokaal Rotterdam

dinsdag 1 mei 2012

1 Mei, manifestatie op de Coolsingel in Rotterdam

Door: Cisca van Bommel Om klokslag 12.00u klonk er een doordringend klokgelui over de Rotterdamse Coolsingel, dat werd gevolgd door de 'Internationale', eerst in de traditionele gezongen versie en daarna als gezellige Braziliaanse Samba. De bodes van het stadhuis kwamen nieuwsgierig kijken wat zich voor hun deuren afspeelde. Pieter Visser, woordvoerder Sociale Zekerheid van FNV Lokaal Rotterdam nam het woord en sprak de wervende tekst: “Burgers van Rotterdam. Het is tijd om wakker te worden en 1 mei is daar een prachtige dag voor! Het zal toch niet zo zijn dat wij in Rotterdam als eerste en grote gemeente van Nederland te maken krijgen met armoede, met mensen die geen bijstand krijgen, met mensen die geen hulp krijgen bij het vinden van werk. Het is toch schande dat dit soort dingen gebeuren, dit kaalslagbeleid. Het kan alleen maar anders als u zich schaart achter de FNV. Wij zijnniet van plan om het erbij te laten zitten. Wij hopen dat u met ons meedoet en u aansluit bij de Vakcentrale Nederlandse Vakvereniging, wellicht straks bij de nieuwe Vakbeweging. Komt, komt allen!” Pim Smit, vakbondsbestuurder FNV Bondgenoten hield vervolgens een warm pleidooi voor aandacht voor de Dag van de Arbeid en voor waar de Vakbeweging voor staat “Beste mensen. Vandaag 1 mei, de Dag van de Arbeid. We hebben als Vakbeweging, als collega's, als werknemers van Nederland afgesproken om vandaag rond twaalf uur even lekker wat herrie te maken. Al meer dan honderd jaar belangenbehartiging voor de werkende mensen over de hele wereld, strijden voor de acht-urige werkdag, strijden voor vakantie, strijden voor bescherming van je werkplek, strijden voor de bescherming van je arbeidsverhoudingen, strijden voor een ziektekostenverzekering, strijden voor wezijn in dit land door natuurlijk ook hard te werken. Vandaag maken we lekker herrie. Een korte actie. We brengen even 1 mei, de Dag van de Arbeid onder uw aandacht. Ik hoop dat u er de komende tijd extra aandacht aan besteedt, want we hebben er met z'n allen voor gestreden”. De manifestatie werd afgesloten met de gezongen versie van de 'Internationale' ◙

vrijdag 27 april 2012

Landelijke Monitor Werk, Inkomen en Zorg 2012


Door : Cisca van Bommel



Op dinsdag 17 april is door FNV Lokaal Rotterdam, bij monde van `henk van der Kolk, voorzitter van FNV Bondgenoten, in het Rotterdamse stadhuis aan de Coolsingel de Landelijke Monitor Werk, Zorg en Inkomen 2012 aangeboden aan wethouder Marco Forijn (PvdA) van Werk, Inkomen en Zorg. Dit rapport is het resultaat van een tweejaarlijks onderzoek onder de Nederlandse Gemeenten en geeft de stand van zaken weer op het gebied van het sociale beleid t.a.v. de mensen met een laag inkomen. Hiertoe behoren de mensen in de Wajong en de WSW (Sociale Werkvoorziening), mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt die voor hun inkomen een beroep moeten doen op de Wet Werk en Bijstand en mensen die hun salaris verdienen aan de rafelrand van de samenleving, de zogeheten 'werkende aren'.



Na een korte inleiding van Pim Smit, regiobestuurder van FNV Bondgenoten, is de Landelijke Monitor door Henk van der Kolk gepresenteerd en aan wethouder Florijn overhandigd. Ondanks dat Rotterdam een veel betere score had kunnen behalen, reageerde Florijn positief.



“In een vorige functie in Leeuwarden heb ik de Lokale Monitor enkele jaren geleden al eens in ontvangst mogen nemen. Een mooie aanleiding om met elkaar in gesprek te komen. Het vormt de thermometer in de organisatie en het geeft een aantal trends weer. V.w.b. de ontwikkelingen op sociaal gebied deel ik jullie zorg. We voeren inmiddels armoededebatten in Rotterdam. Het blijkt dat 3% van het armoedebeleid wordt beïnvloed door Gemeentelijk beleid, terwijl 20% wordt beinvloed door overheidsbeleid. De relevantie zit nou juist in die 3%. Ik deel ook jullie zorg om de schulden. Vroeger waren het alleen de minima die met schulden geconfronteerd werden. Tegenwoordig zijn het ook de mensen met een deeltijdbaan en de middengroepen. Rotterdam doet niet mee aan een half jaar werken met behoud van uitkering. Wij hanteren één maand als maximum. Ook hebben wij bij de aanbesteding van de thuiszorg een bodemtarief van € 19,- voor eenvoudige- en € 22,- voor complexere zorg bedongen. Ik ben een tegenstander van het Financieel Arrangement en daarom heeft Rotterdam ook het Bestuursakkoord niet getekend. Verder heb ik bezwaar tegen de Huishoudtoets bij mensen die gebruik moeten maken van de Wet Werk en Bijstand. Ik treed graag op korte termijn in overleg met FNV Lokaal Rotterdam om te laten zien waar wij in Rotterdam mee bezig zijn, o.a. met onze activiteiten t.a.v. het werken in het Westland”.



Henk van der Kolk bedankte de wethouder voor het in ontvangst nemen van de Lokale Monitor. Pieter Visser, woordvoerder Sociale Zekerheid van FNV Lokaal Rotterdam, sprek als laatste en zei onder meer dat de gemeente Rotterdam intelligenter zal moeten omgaan met het weinige geld dat voor Sociale Zekerheid en Zorg & Welzijn beschikbaar is en niet 'dom en bot' zoals in de kaderbrief 2011 die FNV Lokaal Rotterdam in een persbericht vorig jaar een 'kaalslagbrief' heeft genoemd. Wel zegde hij toe de uitgestoken hand van de wethouder te aanvaarden en het vorig jaar opgeschorte overleg met de Gemeente Rotterdam te willen hervatten






dinsdag 17 april 2012

Rotterdam laat ‘goud’ aan zijn neus voorbijgaan


FNV Lokaal Rotterdam heeft een analyse gemaakt van de uitkomst voor Rotterdam. Daaruit blijkt dat Rotterdam makkelijk én zonder grote kosten een beter Sociaal Beleid had kunnen voeren in de achterliggende twee jaren als ze wat beter naar de adviezen van FNV Lokaal Rotterdam had geluisterd. Uiteindelijk had Rotterdam op de tweede plaats kunnen eindigen en als ze ook iets hadden gedaan met de bekendheid van de langdurigheidstoeslag zelfs op de 1e plaats.
Hoogst te halen score 100 punten.           Gemiddelde score 39,5 punten.

Rotterdam scoort ‘slechter dan’                24 % van de deelnemende gemeenten,
Rotterdam scoort ‘gelijk aan’                      17 % van de deelnemende gemeenten en
Rotterdam scoort ‘beter dan’                     59 % van de deelnemende gemeenten.

Uitlag van de Lokale Monitor Werk, Inkomen & Zorg (in punten).
1e plaats met 75 punten:               Heerlen                                                                                  Goud               
2e plaats met 70 punten:               Bellingwoude, Heemskerk, Pekela, Veendam.                                    Zilver
3e plaats met 65 punten:               Apeldoorn, Doetinchem, Maastricht, Oldambt, St. Michelsgestel, Smallingerland, Westvoorne, Woerden, Zoetermeer.                                                     Brons
4e plaats met 60 punten:               Den Bosch, Arnhem, Eindhoven, Huizen, Leeuwarden (!), Marum, Menterwolde, Montfoort, Nuenen c.a., Nuth, Oudewater, Tynaarlo, Veghel, Vlagtwedde.
5e plaats met 55 punten:               Doesburg, Heusden, Hillegom, Lisse, Meppel, Nederweert, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oss, Steenbergen, Terlingen, Tytsjerksteradiel, Zandvoort.
6e plaats met 50 punten:               Almelo, Amersfoort, Heerhugowaard, Heiloo, Leek.
7e plaats met 45 punten:               Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Utrecht (G-4), en ook nog
Aa en Hunze, Aalten, Alblasserdam, Alkmaar, Amstelveen, Baarn, Beemster, Delft, Dordrecht, Enkhuizen, Etten-Leur, H.I. Ambacht, Hengelo, Hoogeveen, Kerkrade, Langedijk, Oude IJsselstreek, Papendrecht, Roermond, Simpelveld, St. Oedenrode, Sliedrecht, Veldhoven, Velsen, Vlaardingen, Werkendam, Zwijndrecht, Zwolle.




Hoe Rotterdam ‘beter’ had kunnen presteren op Sociaal Beleid.
Rotterdam heeft het, zoals FNV Lokaal Rotterdam wel had verwacht, slechter gedaan dan 2 jaar geleden.  Toch had Rotterdam, soms met een weinig meer inspanning “en tegen niet-significant hogere kosten, een hogere score kunnen halen. Jammer, vooral voor minder bedeelde inwoners.

Indicator 1.         Duurzame uitstroom.
FNV Lokaal Rotterdam heeft eerder, op kracht van argumenten, aangedrongen op het langer volgen van uit de WWB gestroomde inwoners. Had Rotterdam dit advies opgevolgd dan was 5 punten extra gescoord. En hoeveel kan het kosten om een klantmanager (een keer extra) te laten bellen ???

Indicator 4.         Beleid niet-melders.
Rotterdam registreert alle schoolverlaters en weet dus ook of er een diploma of certificaat is behaald.
1 keer nabellen per ‘niet gemelde jongere’ had 5 punten extra opgeleverd. En is het niet beter te voorkomen dan te genezen, nietwaar.
FNV Lokaal Rotterdam vraagt zich in redelijkheid af hoeveel 1 telefoontje eigenlijk kost. En wat de maatschappelijke kosten zijn wanneer een jongere niet tot de reguliere arbeidsmarkt toetreedt (denk aan rondhangen, drugsrunnen, zwartwerken, etc).

Indicator 5.         Wachttijd aanvraag WWB-uitkering.
Hoeveel kost het eigenlijk als de WWB-uitkering binnen 4 werkweken na aanvraag wordt toegewezen als we allemaal ook weten dat bij achteraf geconstateerde onrechtmatigheid alsnog terugvordering plaats kan vinden. Iets sneller besluiten een beschikking af te geven resulteert dus in 5 punten extra.
FNV Lokaal Rotterdam is eigenlijk van mening dat de gemeente Rotterdam hier 10 punten aftrek had moeten krijgen vanwege het ‘4 weken terugzendbeleid’; een bijstandsaanvrager moet eerst  maar eens ‘aantonen’ dat hij/zij zich ‘voldoende’ heeft ingezet om zelf een baan te vinden voordat tot in behandeling neming van de aanvraag wordt overgegaan.
En hoeveel maatschappelijke onrust en ‘naamschade’ levert dit hartvochtig beleid op ?

Indicator 6.         Langdurigheidstoeslag.
Al jaren dringt FNV Lokaal Rotterdam er bij de gemeente op aan ook anderen dan WWB-gerechtigden te informeren over de langdurigheidstoeslag. Immers, alle behoeftige burgers zijn ons even lief! Of zijn deze ‘anderen’ (denk aan werkende armen, kleine zelfstandigen, AOW-ers, etc.) in de ogen van het College soms ‘mindere’ burgers dan de uitkeringsgerechtigden??

Indicator 7.         Versnelde bijz. bijstand.
Als de gemeente Rotterdam alleen maar de eerdere adviezen van FNV Lokaal Rotterdam had opgevolgd om ‘in specifieke gevallen’ - bijv. bij herinrichtingskosten bij moeders met kinderen - iets eerder een ‘voorlopige’ beschikking van bijz. bijstand af te geven dan had deze indicator 5 punten extra opgeleverd.
Daarom opnieuw de vraag: hoeveel geld het kost om eerder, adequater, meer ‘Rotterdams’ (meer in de trant van ‘niet lullen maar poetsen’ dus) te beslissen.

Indicator 9.         Goed werkgeverschap.
Uit indicator 8 en 10 blijkt dat de gemeente kiest voor kwaliteitscriteria bij de aanbesteding (Zeeuwse model en dus ’hogere’ uurtarief) en ondersteuning van mantelzorgers. Waarom dan niet ook beleidsmatig geopteerd voor ‘keuze 4: ‘……. functieomschrijvingen (hanteren) die een directe vertaling zijn van de kwaliteitseisen uit het kwaliteitsdocument’. De kosten hiervan komen immers voor rekening en verantwoording van de ‘opdrachtnemer’. Is de gemeente nou zo ‘kortzichtig’ bezig met bezuinigen of heeft de invuller van de enquête hier ‘een foutje’ gemaakt (in dat geval past een ‘Oeps!!’).
Zonder foutje of kortzichtigheid had Rotterdam hier 5 punten extra kunnen scoren.
Samenvattend betekent dit – in de ogen van FNV Lokaal Rotterdam - dat de gemeente Rotterdam met ietwat meer beleidsmatige en dus ambtelijke inspanning en tegen zeer geringe kosten’ in totaal 25 punten extra had kunnen scoren en dan dus ex-aequo tweede had gestaan, samen met niet onbelangrijke Nederlandse gemeenten als Bellingwoude, Heemskerk, Pekela & Veendam.
En wanneer de ‘mogelijkheid van langdurigheidstoeslag’ ook aan de ‘mindere’ burgers was doorverteld dan had de gemeente Rotterdam, zij het met meer kosten maar wel met een grotere rechtsgelijkheid, bovenaan gestaan, samen met Heerlen.
En zelfs Leeuwarden scoort ‘rjocht en slocht’ in afwezigheid van haar oud-wethouder Florfijn 10 punten beter en daarmee weliswaar geen eremetaal, maar toch een eervolle vermelding.

Voorwaar rankingen die beter recht doen aan het vroegere imago van Rotterdam: een ‘stevige, maar rechtvaardige stad’.




maandag 16 april 2012

Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg 2012 - Het sociaal beleid van gemeenten

https://docs.google.com/file/d/0B6GvobG68XXVaTdoVjFETzdwVDA/edit

FNV Lokaal Rotterdam reageert op ‘sociaal gezicht’ gemeente Rotterdam



NB !       Presentatie Uitkomsten LMWI&Z 2012 op Gemeentehuis, Coolsingel   17-04-12/13.30 uur          Gelegenheid tot voor-informatie van de pers bij Dudok, Meent 17-04-12/12.30 uur:        

Rotterdam, 16 april 2012

Hoe sociaal is het beleid van de gemeente Rotterdam? Om die vraag te beantwoorden heeft vakcentrale FNV eind vorig jaar gegevens verzameld over het armoedebeleid, de sociale werkvoorziening en de thuiszorg. FNV Lokaal Rotterdam presenteert de Uitkomsten van de Lokale Monitor, editie 2012 op dinsdag 17 april vanaf 13.30 uur in het gemeentehuis aan de Coolsingel waar Henk van der Kolk, voorzitter van FNV Bondgenoten, de uitkomsten zal toelichten en het Rapport zal overhandigen aan wethouder Marco Florijn.

Gemeenten krijgen door de bezuinigingen en verdergaande decentralisaties steeds meer taken, maar tegelijkertijd minder geld.  De FNV vindt dat dit niet ten koste mag gaan van het sociale gezicht van gemeenten. Door de gevolgen van de crisis is het sociaal beleid belangrijker dan ooit.

De FNV voert de Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg (LMWIZ) iedere twee jaar uit. Deze keer namen 182 gemeenten, waaronder de vier grote steden, deel aan het onderzoek. In de deelnemende gemeenten wonen in totaal 9 miljoen mensen.

Bij de ontwikkeling van de vragenlijst heeft de FNV advies ingewonnen bij de VNG, Divosa en diverse gemeenten. “We vinden het belangrijk dat gemeenten zich herkennen in het onderzoek,” aldus Leo Hartveld, lid van het federatiebestuur van vc FNV.

Opvallend in deze editie van LMWI&Z zijn de verwachtingen van gemeenten over het wetsvoorstel Werken naar vermogen. Als dit wetsvoorstel wordt ingevoerd, zal het grote gevolgen hebben voor het gemeentelijk beleid. Uit de voorlopige resultaten van de monitor bleek in maart dat van alle Nederlandse gemeenten, 99 procent, problemen verwacht bij de invoering van de Wet werken naar vermogen. De FNV voert al enkele maanden actie tegen de het voorstel, onder het motto ‘Laat ze niet vallen’ (www.laatzenietvallen.nl). Overigens biedt de FNV op 17 april ook een petitie en honderdduizend handtekeningen van burgers tegen deze wet aan aan de Tweede Kamer.

FNV Lokaal Rotterdam reageert bij monde van woordvoerder Pieter Visser op de uitkomsten: “Uit de Lokale Monitor van 2010 bleek dat de gemeente Rotterdam nog een hoop kon verbeteren op alle aandachtsgebieden (zie bijlage A) zonder al te veel kosten. Op een aantal aandachtgebieden deed Rotterdam het toen beleidsmatig nog beter dan veel gemeenten, waaronder Den Haag en Amsterdam. Die voorsprong heeft Rotterdam nu verloren.”

Bovendien bleek de gemeente Rotterdam vorig jaar voornemens, zo ontdekte FNV Lokaal Rotterdam, om bovenop de maatregelen van de regering eigen éxtra lokale bezuinigingen op Sociaal Beleid door te voeren. Voor wethouder Dominic Schrijer (PvdA) was dit reden zijn wethouderschap Sociale Zaken neer te leggen. FNV Lokaal Rotterdam en vc FNV hebben toen onmiddellijk lopend overleg hierover opgeschort. “Dat beide andere PvdA-wethouders toen wel bleven zitten heeft echter niet geleid heeft tot een aanwijsbare verbetering van het sociale beleid” zo concludeert woordvoerder Visser onder verwijzing naar bijlage 1 van het rapport, “Integendeel, sindsdien sorteert de gemeente Rotterdam voor op de invoering van de Wet Werken naar Vermogen”.  Ook in politieke kringen in de Tweede Kamer wordt hiernaar ‘met belangstelling’ gekeken zo meldde staatsecretaris de Krom kortgeleden op televisie.

“Ook blijkt er een groot verschil te bestaan tussen het door het College voorgestane Beleid en de uitvoering daarvan”, zo concludeert FNV Lokaal Rotterdam uit eigen ervaring.
·         Mensen met een WWB-uitkering worden ingezet om het werk, dat blijft liggen na heenzending van WSW’ers, met behoud van uitkering alsnog gedaan te krijgen (RoGroen).
·         WWB-uitkeringsgerechtigden worden aan het werk gezet met behoud van uitkering (dus niet langer ‘opgeplust’, zoals in de vorige collegeperiode met SoZaWe is overeengekomen) voor perioden van 3-6 maanden, ook als ze zich al als vrijwilliger inzetten ‘in het belang van de stad’.
·         Inwoners van Rotterdam die een aanvraag voor een WWB-uitkering doen worden (door een zogenaamd ‘intake-team’) niet in behandeling genomen, maar voor 4 weken heengezonden om eerst maar eens ‘te bewijzen’ dat ze zich ‘voldoende’ hebben ingespannen om een baan te vinden. Een ambtenaar van SoZaWe meldde dat hij hierdoor in gewetensnood is geraakt, omdat hij van mening is dat hij ‘werkopdrachten moet uitvoeren die in strijd zijn met zijn ambtseed’.
·         Een vervolg-aanvraag langdurigheidstoeslag wordt sinds begin dit jaar niet meer in behandeling genomen op de eerstvolgende ‘vervaldatum’ van dit recht (dus 6 jaar, 7 jaar, 8 jaar na eerste WWB-verstrekking), maar pas 12 maanden na de vorige uitbetaling.
·         SoZaWe vergoed uitsluitend de ‘eigen bijdrage in de ziektekosten’ van Euro 220,= voor die uitkeringsgerechtigden die gebruikmaken van de collectiviteitspolis van Zilveren Kruis Achmea. FNV Lokaal Rotterdam ziet dit als een vorm van koppelverkoop.
·         SoZaWe gaat er binnenkort (ingaande mei 2012) toe over de premie voor de ziektekostenverzekering van Zilveren Kruis Achmea van WWB-gerechtigden automatisch op de WWB-uitkering in te houden, tenzij hiertegen door betreffende uitkeringsgerechtigden bezwaar wordt gemaakt. FNV Lokaal Rotterdam vindt dit een vorm van ‘omgekeerde bewijslast’ die bijvoorbeeld ook voor orgaandonatie niet mag worden toegepast’.
·         Inwoners die zich aanmelden met een zorgvraag (hulp of een voorziening) moeten, voordat deze aanvraag in behandeling wordt genomen (indicatiestelling), eerst kunnen ‘aantonen’ dat zij zich in de achterliggende jaren ‘voldoende’ hebben ingespannen om de zorgvraag te voorkomen (mantelzorg) of zelf op te lossen (bijv. bij aanvraag voor een seniorenwoning of hulpmiddelen). Dit beleid is vorig jaar meegedeeld via een informatiekrantje van SoZaWe.
·         WWB-gerechtigden worden verplicht te gaan werken in de kassen, al is dit onder cao-voorwaarden.

Bijlage                   Analyse uitkomsten LMWI&Z 2010

Noot voor de pers:
Voor een toelichting kunt u contact opnemen met
Pieter Visser (pietervisser@online.nl of 06 – 234 34 621 of vanaf dinsdag 12.00 uur bij Dudok
Informatie over de actie ‘laat ze niet vallen’ vindt u op www.laatzenietvallen.nl
Informatie over de standpunten van FNV Lokaal Rotterdam op www.fnvlokaalrotterdam.blogspot.com

Lokale Monitor Werk, Inkomen & Zorg 2010


Beste Dominic,

Zie hier mijn eerste analyse van de ‘ranking’ van Rotterdam in de LMWI&Z.
[NB ! Hoogst te halen score 100 punten; gemiddelde score der deelnemende gemeenten 33 punten.]

1e plaats met 70 punten:               Breda, Doetinchem en Hengelo;
2e plaats met 65 punten :              Maastricht (toch een CDA-stad !), Eindhoven, Assen, Apeldoorn, Delft,     Zoetermeer en een aantal kleinere gemeenten;
3e plaats met 60 punten :              Alkmaar, Meppel en een paar kleinere gemeenten;
4e plaats met 55 punten :              Utrecht, Amersfoort, Spijkenisse en een paar kleinere gemeenten;
5e plaats met 50 punten :              Rotterdam, Alphen a.d. Rijn, Woerden en een scala van kleinere gemeenten
6e plaats met 45 punten :              o.a. Amsterdam, Deventer, Heerlen, Leeuwarden, Zwolle.
7e plaats met 40 punten :              Den Haag, Drechtsteden, Vlaardingen.

Rotterdam heeft het, zoals verwacht, niet slecht gedaan met een vijfde plaats. Maar dat is niet significant beter dan bij de LMWI 2008. Toch had Rotterdam, soms met weinig inspanning of niet significant hogere kosten, een hogere score kunnen behalen (als er wat meer naar FNV Lokaal Rotterdam geluisterd was).

Indicator 1.         Duurzame uitstroom.

Zowel in gesprekken met Nico v.d. Vrie en later met Luc Severijnen en tijdens het overleg begin 2009 met jou en weth. Harbers, én-marge van de presentatie van jullie crisisplannen, heeft FNV Lokaal Rotterdam aangedrongen op het beter volgen van uitkeringsgerechtigden die de WWB uitstromen naar de Arbeidsmarkt. Wanneer bijvoorbeeld de betrokken klantmanager Sociale Zaken zeg 2-maandelijks voor bv. de duur van ½ jaar ‘de vinger aan de pols had gehouden’, bijvoorbeeld op basis van een voortgangsgesprek (van een uurtje) met de voormalig WWB-client, diens ‘mentor’ bij het bedrijf waar hij werkt en/of het reintegratiebedrijf dat de reintegratie had gerealiseerd, dan had Rotterdam op dit criterium van Sociaal Beleid niet nul punten, maar 5 punten gescoord. Een dergelijke beleid, dat op zich niet veel extra kosten met zich had meegebracht, had Rotterdam op de 4e plaats doen terechtkomen.

Indicator 2.         Langdurigheidstoeslag (bereik,  voorwaarde & hoogte).

Uit LMWI 2008 bleek dat in Rotterdam minder dan 20 % van de niet-bijstandsgerechtigden werden bereikt met de langdurigheidtoeslag.  FNV Lokaal Rotterdam heeft toen aangedrongen op vergroting van de bekendheid m.b.t. langdurigheidtoeslag, met name bij kleine zelfstandigen, ZZP-ers, AOW-ers, etc. Verbetering op dit punt levert op zich geen hogere ranking op.  FNV Lokaal Rotterdam heeft toen  (en ook later) aangedrongen op bijstelling van de criteria voor langdurigheidtoeslag (niet na 5 jaar, maar na 3 jaar en niet op basis van de inkomensgrens van 110 % WSM maar 120 % WSM). Je hebt toen toegezegd te onderzoeken wat de financiële consequenties hiervan zouden zijn. Dat is, voor zover ons bekend, niet gebeurd. Als een van beide maatregelen was ingevoerd dan had dit Rotterdam op deze indicator van Sociaal Beleid 5 extra punten opgeleverd en daarmee op een 3e plaats in de ranking gebracht.

Indicator 8.         Eigen bijdrage Zorg.

Alhoewel vergoeding van ‘het eigen risico’ in de ziektekostenverzekering wel is geregeld is overeenkomstige vergoeding  van de ‘eigen bijdrage’ in de thuiszorgkosten niet geregeld.  Alhoewel zorgvragers onder voorwaarden wel extra geld (zie Brug 2009) kunnen aanvragen is dit niet als vergoeding voor ‘eigen bijdrage’ in de zorgkosten gelabeld. Als Rotterdam dit wel zo had ‘geoormerkt’ en dit beter had gecommuniceerd dan had Rotterdam, zonder al te veel hogere kosten ten laste van de Bijz. Bijstand,  op deze indicator tenminste 5 maar wellicht 10 extra punten gescoord zonder.
Dat betekent dat Rotterdam dan op zeker 65 punten of misschien zelfs 70 punten was uitgekomen en dan had Rotterdam, samen met Assen, Apeldoorn, Delft, Eindhoven, Maastricht (toch een CDA-stad !) en Zoetermeer, op de gedeelde 2e plaats, of zelfs samen met Breda, Doetinchem en Hengelo op de eerste plaats van de list van gemeenten gestaan. En zoiets hadden we ons als streven bedacht en  voorgenomen bij de presentatie van LMWI 2008.

Met vriendelijke groet, Pieter

Managementsamenvatting - Achtergrondinformatie gemeente Rotterdam


Achtergrondinformatie gemeente Rotterdam

Contactpersonen
FNV Lokaal: Pieter Visser, 06-23434621, pietervisser@online.nl

Plaats en tijd
Dinsdag 17 april 2012 van 13:30 uur tot 14:00 uur, in het stadhuis aan de Coolsingel 40 te Rotterdam.

Sprekers
Henk van der Kolk (Voorzitter FNV Bondgenoten)
Marco Florijn, wethouder Werk, Inkomen en Zorg (PvdA)

Gemeente
Aantal inwoners: 610.386
College: PvdA, CDA, D66 en VVD

Score LMWIZ
Gemeente
Totaalscore
Indicator 1: Duurzame uitstroom
Indicator 2: Maximale aantal maanden werken met behoud van uitkering
Indicator 3: Bonus/toeslag bij werken met behoud van uitkering
Indicator 4: Beleid bereiken niet-melders onder jongeren
Totaal Werk
Indicator 5: Wachttijd
Indicator 6: Langdurigheidstoeslag
Indicator 7: Versnelde beschikkingsprocedure bijzondere bijstand
Totaal Inkomen
Indicator 8: Tarief thuiszorg
Indicator 9: Goed werkgeverschap zorgaanbieders
Indicator 10: Mantelzorgers
Totaal Zorg
Rotterdam
45
5
5
0
10
20
5
0
0
5
10
0
10
20

Rotterdam heeft met 45 punten een score boven het gemiddelde (het gemiddelde betreft 39,5 punten). Score in 2010 was 50 punten (met deels andere indicatoren).

De belangrijkste verbeterpunten:
·         Rotterdam hanteert een periode van meer dan 6 maanden voor het werken met behoud van uitkering. Werken met behoud van uitkering kan naar mening van de FNV slechts tijdelijk van aard zijn en dient beperkt te worden tot een periode van 3 tot maximaal 6 maanden. De gemeente Rotterdam voldoet hier dus niet aan.
·         De gemeente Rotterdam kent geen langdurigheidstoeslag voor mensen, die langer dan 3 jaar moeten rondkomen van een inkomen tot 110% van het sociaal minimum.
·         De gemeente Rotterdam kent geen versnelde en vereenvoudigde procedure om bijzondere bijstand aan te vragen.



Op een aantal beleidspunten springt Rotterdam er, in vergelijking met de andere G-4, iets gunstiger uit:
·         De gemeente Rotterdam doet er veel aan om niet –melders bij de jongeren te bereiken door oa bestandskoppeling, huisbezoeken en telefonisch contact en het inzetten van coaches.
·         De gemeente Rotterdam hanteert een tarief van minstens € 22,-  dat is hoog in vergelijking met andere gemeenten, zij het dat ABVAKABO FNV heeft berekend dat eigenlijk 24,50 nodig is.
·         De gemeente Rotterdam probeert de mantelzorgers binnen de gemeente actief en goed te ondersteunen.

Op een aantal uitvoeringsaspecten spring Rotterdam er juist ongunstig uit:
FNV Lokaal Rotterdam heeft medio vorig jaar geconcludeeerd dat de gemeente Rotterdam,  bovenop de maatregelen van de regering , extra lokale bezuinigingen op sociaal beleid heeft doorgevoerd hetgeen ertoe leidde dat Dominic Schrijer (PvdA) zijn wethouderschap uiteindelijk neerlegde en FNV Lokaal Rotterdam en vc FNV lopend overleg hierover heeft opgeschort.  Sindsdien sorteert de gemeente Rotterdam voor op de invoering van de Wet Werken naar Vermogen.  Uit politieke kringen in de Tweede Kamer wordt ‘met belangstelling’ hiernaar gekeken, zo meldde staatsecretaris de Krom kortgeleden op televisie.
Sindsdien 
·         Worden mensen met een WWB-uitkering ingezet om het werk, dat blijft liggen na heenzending van WSW’ers, met behoud van uitkering alsnog gedaan te krijgen (RoGroen).
·         Worden WWB-uitkeringsgerechtigden  aan het werk gezet met behoud van uitkering (dus niet langer ‘opgeplust’, zoals in de vorige collegeperiode met SoZaWe is overeengekomen) voor perioden van 3 tot 6 maanden, ook als ze zich al als vrijwilliger inzetten ‘in het belang van de stad’.
·         Worden mensen die in Rotterdam een aanvraag voor een WWB-uitkering willen doen (door een zogenaamd ‘intake-team’) niet in behandeling genomen, maar worden ze voor 4 weken heengezonden om eerst maar eens ‘te bewijzen’ dat ze zich ‘voldoende’ hebben ingespannen om een baan te vinden.
·         Meldde een ambtenaar van SoZaWe dat hij hierdoor in gewetensnood is geraakt, omdat hij van mening is dat hij ‘werkopdrachten moet uitvoeren die in strijd zijn met zijn ambtseed’.
·         Wordt een vervolg-aanvraag langdurigheidstoeslag sinds begin dit jaar niet meer in behandeling genomen op de eerstvolgende ‘vervaldatum’ van dit recht (dus 6 jaar, 7 jaar na eerste WWB-verstrekking), maar pas 12 maanden na de vorige uitbetaling.
·         vergoedt SoZaWe uitsluitend de ‘eigen bijdrage in de ziektekosten’ voor die uitkeringsgerechtigden die gebruikmaken van de collectiviteitspolis van Zilveren Kruis Achmea. Dit is een vorm van koppelverkoop.
·         gaat SoZaWe er binnenkort (ingaande mei 2012) toe over de premie voor de ziektekostenverzekering van Zilveren Kruis Achmea van WWB-gerechtigden automatisch op de uitkering in te houden, tenzij hiertegen door betreffende uitkeringsgerechtigden bezwaar wordt gemaakt.
·         Moeten mensen die zich aanmelden met een zorgvraag (hulp of een voorziening) in het kader van de WMO moeten, voordat deze zorgvraag in behandeling wordt genomen (indicatiestelling), eerst kunnen ‘aantonen’ dat zij zich in de achterliggende jaren ‘voldoende’ hebben ingespannen om de zorgvraag te voorkomen (mantelzorg) of zelf op te lossen (bijv. bij aanvraag voor een seniorenwoning of hulpmiddelen). Dit beleid is vorig jaar meegedeeld via een informatiekrantje van SoZaWe.
·         Worden WWB-gerechtigden verplicht te gaan werken in de kassen, al is dit onder cao-voorwaarden.

Toezeggingen uit het verleden
·         Wethouder Dominic Schrijer heeft in een radioprogramma aangegeven dat Rotterdam in de toekomst een langdurigheidstoeslag wil gaan geven aan mensen die drie jaar op een laag inkomen zitten. In 2010 kreeg men deze vergoeding in Rotterdam pas na 5 jaar. In 2012 is de referteperiode nog steeds 5 jaar en krijgen alleen minima met een inkomen tot 100% van het sociaal minimum de toeslag toegekend (aangescherpte WWB zegt: maximaal 110%, FNV zei: 120%).

Concept Speech Rotterdam - LMWIZ 2012


[● = nieuwe dia]


Beste mensen,

● De FNV heeft twee jaar geleden een boek uitgebracht onder de titel

‘Bijzondere werknemers’,

Daarin vertellen werknemers met een handicap hun verhaal.

Ik wil graag twee van hun kort citeren:

Cor Woons  zegt: “Ik wil dolgraag doorstromen naar een SW-baan.”

En Freddy Cuijpers: “Ik wil een gewone baan en een gewoon leven.”

Ik heb slecht nieuws voor mensen zoals Cor en Freddy.

Zij moeten nog wat langer wachten.

De gemiddelde wachttijd voor een werkplek in de sociale werkvoorziening is

namelijk opgelopen en inmiddels 26 maanden!

In 2009 was dat nog 22 maanden, in 2010 23 maanden en nu dus meer dan twee

jaar!

Mensen met een handicap zitten gemiddeld meer dan 2 jaar gedwongen achter

de geraniums.

Want er is geen plek bij de sociale werkvoorziening.

Dat is één van de uitkomsten van de Lokale Monitor Werk, Inkomen en Zorg

2012, die we hier vandaag presenteren.

● Dit keer deden 182 gemeenten mee aan het onderzoek.

Samen vertegenwoordigen zij 9 miljoen inwoners, een ruime

meerderheid van de Nederlandse bevolking.

Het onderzoek laat zien hoe gemeenten presteren op het

gebied van de armoedebestrijding, de ondersteuning van werkzoekenden, de

thuiszorg, en nog een breed scala aan onderwerpen.

We doen dit onderzoek al jaren.

En tot nu toe melden we meestal dat het sociale beleid van gemeenten

op veel terreinen was verbeterd.

Gemeenten gingen namelijk aan de slag met aanbevelingen uit eerdere edities

van de monitor.

Maar dit jaar is het beeld echt anders.

Op alle terreinen staat het sociale beleid van gemeenten onder druk.

Dat heeft natuurlijk alles te maken met de maatregelen die de landelijke overheid

de afgelopen periode heeft genomen.

● Ik noem even de belangrijkste:

-          De WWB, zeg maar de bijstandswet, is per 1 januari aangescherpt. Werkende kinderen moeten voortaan hun ouders onderhouden.
-          Jongeren worden 4 weken aan hun lot overgelaten voor ze in aanmerking komen voor een uitkering.
-          Er wordt bezuinigd op de ondersteuning van werkzoekenden, de zogenaamde re-integratiebudgetten
-          Vorig jaar is er fors bezuinigd op de WMO-budgetten, waaruit onder meer de thuiszorg wordt betaald
-          En dan is er nog het wetsvoorstel voor de Wet Werken Naar Vermogen. Dit houdt in dat er 70.000 SW-plaatsen worden geschrapt, dat Wajong’ers een herkeuring krijgen en dat de bijstand in stappen met 14% omlaag gaat.

Misschien denkt u bij uzelf: “Tja, vervelend, maar het is nu eenmaal crisis en er

moet wel bezuinigd worden.”

Dat klopt, maar twee dingen vind ik toch wel opvallend.

Ten eerste, de gevolgen van de crisis worden opvallend vaak afgewenteld op

de lagere inkomens, op gehandicapten en op andere mensen die het al

niet gemakkelijk hebben.

Ten tweede is het zo dat dit kabinet de gemeenten gebruikt of misschien wel

misbruikt als doorgeefluik van deze hardvochtige bezuinigingen.

Gemeenten proberen een sociaal beleid te voeren, maar krijgen daar steeds

minder ruimte voor.

● Veel gemeenten zien bijvoorbeeld problemen bij de

ondersteuning van werkzoekenden.

Bijna de helft van de gemeenten probeert de re-integratiekosten te drukken door

mensen met behoud van uitkering te laten werken.

Dat is een uitholling van de arbeidsrechten.

● En dan de schuldhulpverlening.

Als gevolg van de crisis dreigen steeds meer mensen in de schulden te raken.

Het is belangrijk dat zij snel worden geholpen, want hoe langer dit duurt, hoe

moeilijker het wordt om nog uit de problemen te raken.

De gemiddelde wachttijd voor de schuldhulpverlening is de afgelopen jaren licht

gedaald, van 35 kalenderdagen in 2009, naar 31 in 2010, naar 27 in 2011.

Mooi dat de wachtlijsten korter worden, maar gemiddeld vier weken is natuurlijk

nog veel te lang.

● En dan de thuiszorg.

Dit is al jaren een zorgenkindje.

Sinds de decentralisatie van de thuiszorg betalen de meeste

gemeenten veel te lage uurtarieven.

Als gevolg hiervan zie je telkens weer voorbeelden van thuiszorginstellingen die

hun medewerkers slecht behandelen, wat ook weer negatief uitwerkt voor de

kwaliteit van de zorg.

Gelukkig zijn er ook gemeenten als Woudenberg en Eindhoven die wel een

realistisch tarief betalen.


***

En hoe doet Rotterdam het in het onderzoek?

De gemeente heeft een score van 45 punten, dat is iets boven het gemiddelde.

Op een aantal punten is verbetering mogelijk.

Zo mag het werken met behoud van uitkering wel wat worden ingeperkt.

Geef mensen die langer dan 3 jaar rond moeten komen van een inkomen onder

de 110% van het sociaal minimum, een langdurigheidstoeslag

En let erop dat zorgaanbieders zich als goede werkgevers gedragen.


***




Beste mensen,

● Ik noemde al de Wet Werken Naar Vermogen, een wetsvoorstel dat een

verregaande uitholling van ons sociale stelsel betekent.

Maar liefst 99% van de deelnemende gemeenten voorziet problemen door de

nieuwe wet.

Bijna tachtig procent zegt dat er niet genoeg banen zullen zijn voor mensen die

uit de sociale werkplaatsen de arbeidsmarkt opstromen.

En deze gemeenten zijn niet de enigen die problemen hebben met de nieuwe

wet.

De afgelopen weken hebben meer dan 100.000 mensen een petitie ondertekent

tegen dit wetsvoorstel.

Vandaag gaan we als FNV deze petitie overhandigen aan de Tweede Kamer, die

over de wet vergadert.

Laten we hopen dat de Kamerleden zullen luisteren naar dit brede protest.

We hebben natuurlijk ook een boodschap voor gemeenten.

Ik weet het, jullie hebben steeds minder ruimte om een sociaal beleid te voeren.

Maar ik roep jullie op om toch de grenzen op te zoeken.

● Dus geen onnodige barrières voor mensen die een beroep moeten doen

op het armoedebeleid,

Kortere wachtlijsten voor de sociale werkvoorzieningen

Betaal een reële prijs voor de thuiszorg, dus een uurtarief van minstens 24,50

euro.

En schrap de eigen bijdrage voor minima die een beroep moeten doen op

zorgvoorzieningen.










Beste mensen,

Ik hoop dat we over twee jaar met een positiever verhaal de volgende editie van

de Lokale Monitor kunnen presenteren.

Dat vereist dat gemeenten lef tonen en zo goed en kwaad als het gaat hun

sociale verantwoordelijkheid nemen.

Het vereist ook dat we met z’n allen als burgers van dit land aan de regering

duidelijk maken dat we niet langer accepteren dat de gevolgen van de crisis

worden afgewenteld op mensen die al in een moeilijke situatie zitten.

Dank u wel.

Management Samenvatting - Opvallende conclusies LMWIZ 2012

Aangepaste wetgeving:
·         Wet investeren in jongeren (WIJ) afgeschaft per 1 januari 2012
·         Aangescherpte WWB per 1 januari 2012 (met onder meer een huishoudinkomenstoets, verplicht 4 weken werk/opleiding zoeken voor jongeren tot 27 jaar)
·         Bezuinigingen op re-integratiebudgetten
·         Bezuinigingen op WMO-budgetten in 2011
·         Wetsvoorstel overheveling AWBZ-functies naar WMO per 1 januari 2013
·         Wetsvoorstel WWNV (schrappen 70.000 SW-plaatsen, herkeuring Wajong’ers, bijstand in stappen met 14% omlaag) plenaire vergadering in de Tweede Kamer over het wetsvoorstel vanaf dinsdag 17 april 2012

Opvallende conclusies:
WERK
·         97% verwacht problemen met het re-integratiebeleid (als gevolg van groei werkzoekenden en dalend re-integratiebudget). Hoe ze hiermee omgaan:
o   Inzet op preventie van de instroom (67%)
o   Inzet op participatie via reguliere arbeid (65%)
o   Inzet op werken met behoud van uitkering (48%)
o   Inperken mogelijkheden nuggers voor deelname aan re-integratietrajecten (25%)
·         Alle gemeenten ervaren problemen bij het plaatsen van werkzoekenden.
o   Sociale problematiek bij werkzoekenden (fysieke belemmeringen, taal- en/of schuldenproblematiek) (89%)
o   Aanbod sluit niet aan bij vraag werkgever (81%)
o   Er zijn te weinig arbeidsplaatsen beschikbaar bij werkgevers (54%)
o   Vooroordeel van werkgevers tegen de doelgroep (38%)
o   Er is onvoldoende Participatiebudget beschikbaar (34%)
·         In 77% van de gemeenten kan een werkzoekende geen beroep doen op een persoonsgebonden re-integratiebudget, waarmee hij/zij meer zeggenschap krijgt over het re-integratietraject. Verschillende gemeenten geven aan dat de PRB’s zeer terughoudend worden ingezet, doordat de financiële middelen hier niet toereikend voor zijn.
·         Gemiddeld 33% afname/afbouw aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen tussen 2010 en 2012.
·         Nazorgactiviteiten voor het bevorderen van duurzame uitstroom: Hoewel een meerderheid van de gemeenten (65%), mensen nog steeds volgt tot zes maanden na het moment dat zij werk hebben gevonden, lijkt het moment van werkaanvaarding een nieuw ijkpunt te worden. Hierdoor is minder zicht op duurzaamheid van de uitstroom (draaideurcliënten).
·         44% van de gemeenten blijkt een periode van meer dan 6 maanden te hanteren voor het werken met behoud van uitkering, die in een deel van de gemeenten zelfs oploopt tot maar liefst vier jaar.
·         32% van de gemeenten kent een bonus toe aan mensen die werken met behoud van uitkering. Het overgrote deel daarvan (29%) betreft een aanvulling lager dan tot het minimumloon.
·         99,3% van de gemeenten verwachten problemen met de WWNV.
o   85% denkt dat er onvoldoende budget is voor de uitvoering van de wet
o   79% vermoedt dat er niet genoeg banen zullen zijn voor mensen die uit de sociale werkplaatsen de arbeidsmarkt opstromen
o   51% vreest dat betrokken burgers bij doorvoering van de wet in de financiële problemen komen.
·         Wachttijd SW loopt op naar ruim 2 jaar (22 maanden in 2009, 23 maanden in 2010, 26 maanden (schatting van gemeenten) in 2012)
·         Slechts 1 op de 5 SW-geïndiceerden kan in een voortraject worden geplaatst. Met ‘voortraject’ wordt gedoeld op een arbeidsmatige invulling van de wachttijd. Deze trajecten zijn onbetaald of worden betaald volgens een overbruggings-cao.
·         Van SW-krachten die eenmaal een baan hebben gekregen via de sociale werkvoorziening, heeft gemiddeld 45% een flexibel contract van minder dan één jaar.
·         56% van de gemeenten heeft helaas (nog) geen specifiek beleid voor het bereiken van niet-melders. De overige 44%, maakt gebruik van uiteenlopende instrumenten.

INKOMEN
·         Er is sprake van een lichte daling in de wachttijd bij aanvraag van een bijstandsuitkering. Toch is een gemiddelde wachttijd van meer dan vier weken (29,5 kalenderdagen) natuurlijk nog altijd erg lang. De gemiddelde wachttijd kan zelfs oplopen tot ruim twee maanden.
·         Helaas lijkt slechts een klein deel van de gemeenten (8%) aandacht te hebben voor de situatie van afhakers. Voor zover gemeenten onderzoek hebben gedaan, dateert dit vaak al van jaren terug.
·         De langdurigheidstoeslag is een toeslag van enkele honderden euro’s per jaar voor mensen die langdurig van een laag inkomen moeten rondkomen. Als gevolg van de aangescherpte WWB mogen gemeenten de inkomensgrens voor minimabeleid niet meer boven de 110 procent vaststellen. Er zijn nog maar heel weinig gemeenten (3,7%) waar mensen met een inkomen boven de 110 procent in aanmerking komen voor de toeslag. In vergelijking met de vorige editie is er een kleine verbetering als het gaat om de eis ten aanzien van het aantal jaren dat men op het minimum moet zitten om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag. Het percentage gemeenten waar pas na langer dan drie jaar een toeslag wordt toegekend is gedaald van 22 naar 15 procent.
·         Burgers met een laag inkomen kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding van lokale heffingen zoals de onroerendzaakbelasting. De meeste gemeenten stellen de regeling open voor werkende armen, ouderen met alleen AOW en burgers met een andere uitkering dan bijstand. Dit geldt in veel mindere mate voor zelfstandigen zonder personeel: zij mogen in slechts de helft van de gemeenten (51%) een beroep doen op kwijtschelding.
·         48% van de gemeenten hanteert een versnelde procedure bij aanvragen voor de bijzondere bijstand, zodat aanvragers zonder veel rompslomp bijna direct een beslissing krijgen over hun aanvraag. Bij veel gemeenten (35,5%) geldt de versnelde aanvraag alleen voor specifieke categorieën.
·         De gemiddelde wachttijd bij de aanvraag voor schuldhulpverlening is de afgelopen jaren iets gedaald (2009: 35 kalenderdagen, 2010: 31 kalenderdagen, 2011: 27 kalenderdagen), maar niet genoeg. Het gemiddelde over alle gemeenten zit nog dicht in de buurt van de 4 weken die als maximum gaan gelden. Er zijn uitschieters naar maar liefst 200 dagen.
·         Aandacht voor het helder vastleggen en communiceren van rechten en plichten rond huisbezoeken is aan het verslappen. Veel gemeenten nemen niet de moeite om uitkeringsgerechtigden actief te
informeren over hun rechten en plichten rond huisbezoeken. Steeds minder worden rechten en plichten vastgelegd in een verordening en/of een protocol.

Rechten en plichten bij huisbezoek op welke wijze vastgelegd?

2006
2008
2010
2012
In een verordening
2
3
4
3
In een protocol
45
60
71
53
In een brochure die ter plekke wordt uitgereikt
-
7
17
18
In een brochure die van te voren wordt opgestuurd
-
10
21
11

ZORG
·         In 2011 hebben gemeenten te maken gekregen met forse bezuinigingen op het WMO-budget. Het blijkt dat bijna tweederde van de deelnemende gemeenten (65%) de uitgaven heeft beperkt door kostenbesparende maatregelen.
·         50% van de gemeenten verhogen de inkomsten door de eigen bijdragen voor WMO-voorzieningen te verhogen of door voor meerdere WMO-voorzieningen een eigen bijdrage te vragen.
·         Nog maar weinig gemeenten (24%) passen een protocol toe waarin de wijze van het zorggesprek is vastgelegd. Het protocol zorgt ervoor dat het gesprek met de burger objectief en gelijkwaardig verloopt en het biedt zekerheden waar de burger op terug kan grijpen.
·         Gemeenten hebben mogelijkheden om mensen met een laag inkomen te ontzien door van hen geen
eigen bijdrage te vragen of door minima achteraf te compenseren via bijvoorbeeld de bijzondere bijstand. Het percentage gemeenten dat geen eigen bijdrage vraagt van minima met een inkomen tot 120% van het minimuminkomen is verder gedaald ten opzichte van de vorige editie (in 2010: 11,2 %, in 2012: 6,9%).
·         De meerderheid van de gemeenten wijst minima actief op compenserende maatregelen als de bijzondere bijstand of de collectieve ziektekostenverzekering (51%).
·         Wanneer gemeenten een enkelvoudig of integraal tariefstelsel hanteren, lopen de tarieven voor een persoonsgebonden budget voor de voorziening huishoudelijke hulp I uiteen van € 11,90 tot € 23,54. Bij een differentiaal tariefstelsel ligt het laagste tarief dat door een gemeente is verstrekt op € 11,90 en het hoogste op € 25.
·         Bijna de helft van de deelnemende gemeenten  (49%) heeft alle eisen uit het kwaliteitsdocument ‘Verantwoorde hulp bij het huishouden’ in het contract overgenomen.
·         Op 19 december 2011 en op 19 januari 2012 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraken gedaan, waaruit blijkt dat de WMO niet toestaat inkomensgrenzen te stellen aan de aanvraag van de regiotaxi. Dit geldt ook voor WMO-voorzieningen als een hulp in het huishouden of een scootmobiel. Toch blijkt dit door 40,5% van de gemeenten wel gedaan te worden. Daarbij wordt gemiddeld een inkomensgrens van 139% van de bijstandsnorm gehanteerd.
·         Slechts drie gemeenten hebben geantwoord dat zij (nog) niet anticiperen op het kabinetsvoorstel om AWBZ-functies per 1 januari 2013 over te hevelen/decentraliseren naar de WMO. De overige gemeenten geven aan dat zij zich al voorbereiden op de voorgestelde decentralisatie.

Positieve ontwikkelingen:
·         32% van de gemeenten geeft aan het Keurmerk Blik op Werk verplicht te stellen bij (een deel van de) contracten met re-integratiebureaus.
·         Op het gebied van kwijtscheldingen doen gemeenten juist meer moeite om te zorgen dat zowel bijstandsgerechtigden als andere groepen gebruikmaken van de regeling als ze daar recht op hebben.
·         In 66% van de gemeenten vindt de aanvraag voor een WMO-voorziening in de meeste gevallen bij de aanvrager thuis plaats.
·         In 58% van de gemeenten wordt het zorggesprek gevoerd door getrainde gespreksvoerders die ‘de vraag achter de vraag’ kunnen achterhalen.
·         Bijna driekwart van de deelnemende gemeenten (72%) heeft signalering bij onveilige situaties en knelpunten in het huishouden expliciet als kwaliteitseis in het contract opgenomen.
·         Ten opzichte van de vorige editie, hebben meer gemeenten in 2012 tegen een maximumtarief van € 22 en hoger voor de huishoudelijke hulp I aanbesteed (2010: 14,3%, 2012: 34,8%).
·         Meerjarencontracten met zorgaanbieders: Het aantal gemeenten met een bestek of contract van vier jaar is toegenomen (2010: 18%, 2012: 43%). Een kleiner deel van de gemeenten (24%) heeft een contract van twee jaar afgesloten.

Best practices:
·         Heerlen: 75 punten = topscore
·         Leeuwarden: mensen die re-integreren worden gevolgd tot 24 maanden na het moment dat zij werk hebben gevonden of voor zichzelf zijn begonnen (duurzame uitstroom)
·         Zeven gemeenten (Bergen NH, Heiloo, Langedijk en het samenwerkingsverband van de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Schermer en Zeevang) geven aan geen trajecten te kennen waarbij wordt gewerkt met behoud van uitkering.
·         Gemeenten die burgers eerder dan drie jaar laag inkomen recht geven op de langdurigheidstoeslag, zoals in de Drechtsteden (Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht), Dalfsen, Baarle-Nassau, Maassluis en Vlaardingen.
·         De gemeente Doetinchem wil kosten besparen door in samenwerking met een zorgverzekeraar een gemeentepolis te ontwikkelen voor burgers met een laag inkomen en met een WMO-indicatie. De polis prikkelt tot doelmatig zorggebruik en reduceert de uitvoeringslasten voor gemeente en verzekeraar.
·         De gemeenten ’s-Hertogenbosch en Helmond hebben met het CAK een regeling getroffen waarbij de eigen
·         bijdrage wel door het CAK wordt opgelegd, maar niet bij de minima wordt geïnd. Deze werkwijze blijkt voordelig als minima gebruikmaken van een AWBZ- en WMO-voorziening.
·         De gemeente Woudenberg is de enige gemeente die, in lijn met het adviestarief van Abvakabo FNV, tegen een tarief van €25 heeft aanbesteed. De gemeenten Eindhoven (€24,45), Horst aan de Maas en Roermond (€24,39), Veldhoven (€24,33) en Sint-Michielsgestel (€24,21) liggen dicht bij dit adviestarief.
·         De gemeente Borsele heeft een contract van 6 jaar en de gemeente Woudenberg heeft zelfs een contract van tien jaar afgesloten met zorgaanbieders.

Aanbevelingen:
·         Zoek de grenzen van het beleid op om toch enigszins sociaal beleid te kunnen voeren.
·         Gemeenten kunnen het bereik van hun minimaregelingen vergroten, zodat minder mensen buiten de boot vallen: geef mensen na 3 jaar recht op de langdurigheidstoeslag (een toeslag voor mensen die langdurig moeten rondkomen van een laag inkomen), inkomensgrens niet lager dan 110% van het sociaal minimum voor minimabeleid, onderzoek naar ‘afhakers’ en ‘niet-melders’;
·         Gemeenten kunnen de wachtlijsten voor de sociale werkvoorziening terugdringen: gun opdrachten aan het SW-bedrijf;
·         Gemeenten kunnen adequate tarieven afspreken zodat de thuiszorg aan kwaliteitsnormen kan voldoen: minstens 24,50 euro per uur.
·         Geen eigen bijdrage vragen van minima voor zorgvoorzieningen.